Brutus

Na de eerste wereldoorlog waren veel vliegtuigmotoren beschikbaar, omdat Duitsland geen vliegtuigen mocht hebben. Daar hadden Engelse motorsportliefhebbers op gewacht. Brooklands, het oudste circuit in de wereld heeft twee verhoogde bochten. Daar was vermogen voor nodig. Dus wat was makkelijker dan een vliegtuigmotor op een oud chassis te monteren en het te gebruiken om mee te racen? En omdat Brooklands alleen verhoogde bochten heeft, waren remmen niet zo belangrijk, alleen een achterrem was gebruikelijk.

Het experimentele voertuig Brutus is gebouwd op een chassis met kettingaandrijving uit 1907, die lange tijd in Amerika was gebruikt door de brandweer. Hierop werd een 12-cilinder vliegtuigmotor van BMW, uitgerust met een cilinderinhoud van bijna 47 liter (uit de Eerste Wereldoorlog), geplaatst.

Een bijzonder kenmerk van de BMW vliegtuigmotor VI is dat hij beschikt over zes grote en hulpdrijfstangen, een ontwerp dat erg in de mode was, omdat het ruimte en gewicht bespaarde. Door de verschillende lengtes van de drijfstangen heeft de cilinder aan de rechterkant steeds vier liter inhoud, het tegengestelde exemplaar slechts 3,82. Kortom, dit geeft een totale verplaatsing van 46,92 liter. Als continue stroom geeft BMW 550 pk bij 1530 rpm aan, en een verhoogd kort vermogen van 750 pk bij 1700 toeren. Het brandstofverbruik is ongeveer 2 vaten premium brandstof per jaar. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende de motoraandrijving voor zware bommenwerpers en in de jaren '30 werd deze onder meer gebruikt in watervliegtuigen.

Het motorvermogen wordt over de oorspronkelijke transmissie met drie gangen en een kettingtransmissie overgebracht naar de achteras. De remmen werken alleen op de achteras. De auto heeft geen schot. De bestuurder zit direct achter de motor, de bewegende delen (bijv. het vliegwiel) zijn slechts met een rooster gescheiden van de bestuurdersruimte. De bestuurder wordt dus min of meer direct en onbeschermd blootgesteld aan de hete restwarmte en eventuele lekkage van de motor.

De aantrekkingskracht van dit voertuig is niet in het minst om een snelheid van meer dan 200 km/u te bereiken met lage toerentallen. Op de supersnelle ovaal van de Bosch-testbaan met twee verhoogde curven in Boxberg is Roger Collings uit Wales met 200 km/u gereden. Behalve Roger heeft nog niemand dit gedurfd.