Locomotieven

De industriële revolutie in de 18de en 19de eeuw legde de basis voor talrijke nieuwe technische ontwikkelingen. Een daarvan was de uitvinding van het spoor. Het begon allemaal met de stoommachine. Tussen 1765 en 1784 was de Engelsman James Watt erin geslaagd om thermische energie in kinetische energie om te zetten. Daardoor stond er voor de eerste keer een onvermoeibare krachtbron voor de aandrijving van machines ter beschikking. Meer lezen...

Er werd ook reeds vroeg overwogen om stoommachines voor de aandrijving van voertuigen te gebruiken. De eerste pogingen mislukten echter door de zeer ongunstige verhouding tussen gewicht en prestaties. De eerste doorbraak kwam er in 1804, toen de Welshmen James Trevithick erin slaagde om in een mijn een trein met behulp van een stoommachine aan het rollen te brengen. De verdienste om als eerste een volledig functionerende spoorweg te hebben aangelegd, wordt in het algemeen toegeschreven aan George Stephenson die zijn eerste spoorlijn in 1822 in County Durham opende tussen Stockton en Darlington. In Duitsland begon het stoomtreintijdperk in 1835 met de verbinding Nürnberg - Fürth. De eerste locomotief die daar werd gebruikt, de "Adelaar", werd eveneens door George Stephenson gebouwd.

Ook vandaag gaat er van de spoorwegtechniek nog een aantrekkingskracht uit, die men nauwelijks kan ontkennen. De ongeveer 20 locomotieven die in het Technik Museum Sinsheim in volle grootte te bewonderen zijn, maken niet in het minst indruk op onze bezoekers door hun geweldige omvang die in de museumhallen bijzonder goed tot zijn recht komt.