Dorsmachinelocomobiel

Rond 1800 zorgde het werk van een boer, naast de bewoners van de boerderij, voor de voeding van slechts een niet-boer. Vandaag zorgt iemand die in de landbouw werkzaam is voor de voeding van 40 personen of meer. Deze productiviteitsstijging heeft twee belangrijke oorzaken: de mechanisering van de arbeidsprocessen en de verbetering van de teeltmethoden op basis van nauwkeurige wetenschappelijke kennis, waarbij vooral de kunstmatige bemesting die teruggaat naar de werken van Justus von Liebig, kan worden genoemd. De mechanisering van de landbouw werd in gang gezet door het inzetbaar maken van stoomkracht.

De dorsmachinelocomobiel die in het Technik Museum Sinsheim wordt getoond, is een voorbeeld van een vroege, door stoom aangedreven landbouwmachine. Dergelijke locomobielen werden door ossen of paarden naar het veld getrokken en dienden vooral voor de aandrijving van dorsmachines. Het gaat dus om een soort beweeglijke, stationaire motor. Het stoken gebeurde met hout of stro en slechts bij wijze van uitzondering met steenkool. De machine dateert uit de 1915. De stoommachine beschikt een cilinder met een inhoud van 5,3 liter en levert een vermogen van ongeveer 15 PK.