Junkers Ju-88

Geen enkele andere luchtmacht heeft het concept van precieze tactische inzet zo consequent nagestreefd als de Duitse Wehrmacht. De voordelen van deze strategie liggen voor de hand. Strategische gebiedsbombardementen vereisen grote, complexe vliegtuigen en een enorm gebruik van materialen met een relatief lage efficiëntie. Tactische inzet daarentegen kan met relatief weinig materiaal een hoge mate van effectiviteit bereiken, maar dit is het grootste nadeel, alleen in een eng afgebakend werkgebied. De bliksemoverwinningen kort na het begin van de oorlog en het verloren luchtgevecht voor Engeland lieten zien wat de Duitse luchtmacht wel en niet kon bereiken tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Ju-88 was oorspronkelijk ontworpen als een middelgrote horizontale bommenwerper. Het eerste prototype vloog op 23 december 1936. De machine is achteraf ingrijpend aangepast, zodat hij ook geschikt is om te vallen. De serieproductie begon in 1938. In de jaren daarna bleek de Ju-88 een succesvol ontwerp dat gebruikt kon worden als bommenwerper, lange-afstands-verkenningsvliegtuig en nachtjager. In totaal zijn er ca. 15.000 stuks gebouwd. Slechts weinigen zijn bewaard gebleven. Het exemplaar in Technik Museum Sinsheim werd in 1986 uit een Zweeds meer geborgen.

Technische gegevens:
Bouwperiode: 1936-1945; Spanwijdte: 20 m; Motor: 2 x Jumo 211-J in-line motoren met ieder 1.410 pk; Maximumsnelheid: 470 km/u;
Bombelasting: 3.000 kg; Productie: ca. 15.000 stuks; Startgewicht: 14.000 kg