De Mercedes-Benz 770K in Technik Museum Sinsheim werd in 1938 als representatief voertuig aan de Rijkskanselarij geleverd. Technisch gezien was de machtige auto, die in die tijd in veel parades werd gebruikt, destijds het nieuwste op het gebied van autotechniek. Zo zijn bijvoorbeeld bij het ontwerpen van het chassis vele inzichten uit de racewagenbouw gebruikt.

Om de passagiers te beschermen tegen bomaanslagen heeft de auto een gepantserde vloer die bestendig is tegen mijnen. Daarnaast beschikt de auto over ramen van meerdere centimeters dik gepantserd glas, gepantserde deuren en een uitschuifbare gepantserde plaat achter de achterbank. Door dit, evenals door het feit dat Hitler bijvoorbeeld tijdens parades meestal met open dak reed en ook nog rechtop in de auto stond, kan men zich afvragen wat nu het nut was van de beschermende onderdelen, die in dit geval alleen onder de taille effectief waren.

Het voertuig werd aangedreven door een enorme 8-cilinder-in-line-compressor-motor met een cilinderinhoud van 7,6 liter, die bij slechts 3.200 tpm al een vermogen van ruim 230 pk leverde. Ondanks het enorme gewicht van de massieve bepantsering bereikte de auto daardoor een opmerkelijke topsnelheid van wel 140 km/u.